Historie
Het vroege begin: het zeildispuut Scylla
De studentenwereld in Nijmegen werd tot 1970 gedomineerd door het N.S.C. (Nijmeegs Studenten Corps). In die tijd waren alle Nijmeegse studenten bij deze club aangesloten en uiteindelijk was er een groep van zo’n dertien man die in 1961 het zeildispuut Scylla oprichtte om gezamenlijk zeilweekenden in Friesland te organiseren. Er werden wel weekenden georganiseerd, maar echt groot werd dit dispuut nooit. In het dispuut zag men zelf ook wel in dat niet goed ging en heerste er veel onvrede. Er moest meer georganiseerd worden en er moest ook meer deelgenomen worden aan zeilwedstrijden.
De wedstrijdzeilvereniging
Voor die beruchte donderdagavond van 23 februari 1967 had een groepje fanatiekelingen van Scylla al het plan opgevat om een nieuwe vereniging op te richten en dat geschiedde inderdaad zoals dat ons bekend in de kroeg die bij ons bekend staat als de “El Sombrero”. Op die dag was de geboorte van de N.S.W.Z.V. De Loefbijter een feit. Zij wilden de nadruk op het wedstrijdzeilen leggen, want zo zeiden zij: “voor toertochten heb je geen vereniging nodig.”
Vrijwel meteen werd De Loefbijter lid bij het NESTOR en met behulp van het SNUF werden er in 1968 de eerste twee vauriëns aangeschaft. De eerste wedstrijden werden ook gevaren en nam De Loefbijter enkele jarenlang deel aan de botterrace’s op het IJsselmeer. Tevens zette het bestuur zich hard in om de vereniging van de nodige financiële armslag te voorzien. Zo werd het bedrijfsleven in Nijmegen benaderd om de vereniging te sponsoren.
In 1972 werd het eerste lustrum gehouden onder het motto: “vrij goed voor de wind,” maar toch verschoven in diezelfde tijd de belangen van de vereniging en viel het wedstrijdkarakter van de vereniging langzaam weg. Daarom verdween in datzelfde jaar de W uit de verenigingsnaam.
De roerige jaren zeventig
Ondanks dat het gezelligheidskarakter van de vereniging meer en meer benaderd werd breidde de Loefbijtervloot zich toch nog verder uit. In 1974 zag ook de Loefbode voor het eerst het levenslicht. Het blad werd toen uitgebracht als een communicatiekanaal voor het bestuur en enkele commissies naar haar leden toe. Twee jaar later verhuisde De Loefbijter haar boten vanuit Niftrik (aan de Maas) naar de Mookse Plas toe. Eerst bij Eldorado en later bij De Driessen, dat nog steeds een thuishaven is.
In november 1977 werd door de ALV het Zeilbevret ingevoerd waarmee er voor het eerst in de vereniging eisen werden gesteld aan wat voor zeilniveau je moest hebben om een boot te kunnen huren. Twee jaar later stelden de bestuursleden Rick Stortelers en Evert de Jong een beleidsvisie voor op de lange termijn vast dat de titel kreeg: “Met de Blik op Negentig”.Door deze plannen stelde het SNUF de vereniging in staat om in dat jaar twee nieuwe vauriëns aan te schaffen.
Met de Blik op Negentig
Het ging qua organisatie niet al te best met de vereniging rond 1980. De bestaande commissies werden veelal gevuld met solisten en leidde in dat jaar tot de instelling van de commissieplicht (zie kader). Een paar jaar later ging het dan ook veel beter met de vereniging en verkreeg De Loefbijter een eigen onderhoudsruimte van het SNUF dat bekend zou gaan staan als De Meijerij. Kort daarvoor had de vereniging ook haar eerste kajuitboot aangeschaft. De kajuitboot was van het type Draaijer en was door de vereniging van Euros gekocht die de boot ook ontworpen en gebouwd hadden. Tevens werd in 1981 het eerste verenigingslied geïntroduceerd, dat indertijd met weinig enthousiasme werd onthaald.
In 1989 werd na jaren van trouwe dienstverband de Draaijer verkocht en een nieuwe boot van het type Eurokruiser II met behulp van het SNUF aangeschaft. In datzelfde jaar trad De Loefbijter ook officieel toe tot het B.O.S.